Vanaf 1915 tot ver in 1918 vervoerden de Duitsers grote hoeveelheden zand en grind aan richting België over Nederlandse rivieren en kanalen, onder het mom van het verbeteren van de wegen en infrastructuur. Tot op zekere hoogte was dat waar, maar veel van dit materiaal werd gebruikt om bunkers en pillboxes te bouwen ter versterking van de loopgraaflinies aan het Westelijk front. De Entente landen Engeland en Frankrijk lieten dit veelal oogluikend toe. Ook omdat de inlichtingendienst van de Nederlandse generale staf regelmatig op onderzoek uit kon gaan, en zo via spionage, het uitwisselen van informatie richting de Entente landen, en meer, de neutraliteit kon waarborgen van Nederland.
Desondanks werd zeker in 1917 na de mislukte offensieven, zoals bij Passchendaele, deze neutraliteit door de Britten serieus in twijfel getrokken. En niet voor de eerste keer. Nederland zou weleens de oorlog ingetrokken kunnen worden!
Dit verhaal is de geschiedenis ingegaan als de 'zand en grind kwestie' en wordt door dhr. Dr. Hijzen uitvoerig beschreven in de Militaire Spectator uit 2018 in een artikel, getiteld GS.IV en de Zand- en Grindkwestie: inlichtingen en neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog.