Na het uitbreken van wat de Tachtigjarige Oorlog zou worden, kreeg de opstandige republiek en haar Staatse leger al gauw behoefte aan eigen vervaardigde kanonnen. Zeker toen de Zuidelijke Nederlanden onder Spaanse controle bleef, en de daar aanwezige gieterijen niet meer konden leveren aan het noorden. Overal in steden van de nieuwe republiek werden nu eigen voorzieningen opgezet.
Hierover schrijft dhr. Brinkck in een aflevering uit 2017 van het Historisch Tijdschrift voor Leeuwarden en omgeving, getiteld: Geschut uit Leeuwarden.