Alhoewel de Koninklijke Marine binnen NAVO verband na 1945 een belangrijke trans-Atlantische rol kreeg, bleef het ook van belang om haar koloniale gebieden in De West (Suriname en de Antillen) en Nederlands Nieuw-Guinea te beschermen. Gebieden die buiten het NAVO-verdrag vielen. Naar omliggende landen was het dan ook van groot belang om bijvoorbeeld met vlootbezoeken de Nederlandse macht te tonen.
Dit wordt goed naar voren gebracht in een artikel in de Militaire Specator van dhr. Onderwater, getiteld Koloniale reflexen in de West, 1945-1962.